woensdag 6 januari 2010
Irving Penn; vond schoonheid in een uitgebrande sigaret
Obituary Irving Penn (1917-2009)
“Photographing a cake can be art” aldus Irving Penn, fotograaf en groot aanhanger van het minimalisme. Hij verwierf faam in de jaren veertig bij Vogue en zijn latere werk liet een verbijsterende bekwaamheid zien om schoonheid te vinden in de algemeenheid. De glamour van zijn beginjaren bij Vogue was soms ver te zoeken, maar zijn unieke simplistische, minimalistische stijl waarin al de aandacht naar het subject getrokken wordt is in de 66 jaar dat hij de camera professioneel hanteerde niet veranderd. Drie weken geleden, op woensdag 7 oktober, is hij op 92 jarige leeftijd overleden in zijn woning in New York City.
Irving Penn werd in 1917 geboren als de zoon van een horlogemaker en een verpleegster in New Jersey. Al vroeg bleek zijn passie bij kunst te liggen, hij volgde schilderlessen aan de Pennsylvania Museum School of Industrial Art waar Alexey Brodovitch, artdirector van het prestigieuze magazine Harper’s Bazaar zijn mentor was. Toen hij in 1938 als 21 jarige student afstudeerde kon hij direct voor het magazine aan de slag, na Harper’s werkte Penn nog kort voor warenhuis Saks Fifth Avenue als Artdirector. In 1942 vertrok hij voor een jaar naar Mexico om te schilderen, de waardering voor zijn werk viel echter tegen waarna hij weer terugkeerde naar New York, op zoek naar werk.
In 1943 werd hij door vriend Alex Liberman, artdirector bij Vogue, het belangrijkste modetijdschrift, aangenomen om te helpen met de opmaak van de covers. Zijn vernieuwende ideeën voor de coverfoto’s werden echter keer op keer door de fotografen afgewezen waarop Liberman hem aanspoorde zijn ideeën zelf uit te voeren. Dit resulteerde in zijn eerste cover voor het Oktobernummer van 1943, een stilleven met herfstaccessoires, een riem, een tas, een paar witte handschoenen en nog enkele andere voorwerpen in de vorm van een piramide. Penn’s eerste stapje richting zijn fameuze nieuwe carrière.
Irving Penn zou meer dan 150 covers schieten voor Vogue, de meeste in zijn begin periode in de jaren veertig en vijftig, zijn laatste op 86 jarige leeftijd voor het mei nummer van 2004. Hij heeft dan ook het recordaantal covers in handen en zijn invloed is enorm geweest. Jarenlang bepaalde hij het gezicht van Vogue, maar niet alleen de cover was van zijn hand, de verschillende reportages in het blad waren vaak ook zijn werk. In de jaren vijftig vulde Penn zo’n 200 á 300 Voguepagina’s per jaar. Eén van zijn beroemdste covers is het portret van de twaalf meest gefotografeerde modellen van 1947, onder hen was de mooie Lisa Fonssagrives, het model dat in 1950 zijn vrouw zou worden en waar hij later een zoon mee zou krijgen. Ze bleven elkaar trouw tot de dood van Lisa in 1992 ze van elkaar scheiden. De mooiste foto’s die hij schoot waren de foto’s van haar, ze leken elkaar te begrijpen en waren volledig op elkaar ingespeeld wat een schitterend intiem plaatje op leverde.
Toen in de jaren zestig het modebeeld drastisch veranderde nam zijn populariteit in de modewereld af. De opstandigheid, de seksuele emancipatie, de spontane, vaak met drugs gerealiseerde creativiteit paste totaal niet bij de minimalistische elegante stijl van Penn, maar vandaag de dag wordt zijn heldere, gracieuze simplistische stijl weer geroemd. Anna Wintour, editor in chief van de Amerikaanse Vogue zegt over hem “In mijn carrière heb ik met niemand gewerkt met zo’n niveau van intense verbeelding en spaarzaamheid als Irving Penn. Zijn foto’s waren afgelopen jaar nog even verfijnd en opwindend als in 1943, toen hij zijn eerste bijdragen aan Vogue leverden. Dat ik een vriend en collega ben geweest van één van de grootste artiesten van de twintigste eeuw is een privilege groter dan ik me ooit heb kunnen voorstellen”.
Toen zijn populariteit in de jaren zestig in de modewereld afnam betekende dat voor Irving Penn alles behalve het einde van zijn carrière. Al in 1953 opende hij zijn eigen studio. In de beginjaren schoot hij vooral mode en reisreportages, later legde hij zich vooral op het fotograferen van bijzondere personages die eigenlijk heel erg normaal waren en ver van de glamour van de modewereld afstonden.
Hij portretteerde van alles van tribes, hippies en Pablo Picasso tot een slager, een komkommerverkoper en een loodgieter. Voor hem was niet íedereen hetzelfde, voor hem was álles hetzelfde. Of er nu een topmodel of een sigaret voor zijn camera was, het werd op dezelfde manier geportretteerd, met een zelfde schoonheid.
Hij reisde over de hele wereld van New Guinea tot Marokko, maar waar hij zijn foto ook maakte het resultaat was altijd alsof het in zijn studio in New York geschoten was. Het ging Penn tijdens zijn reizen dan ook niet om de omgeving, maar om de personages. Hij reisde met zijn portable studio en fotografeerde richting het noorden, wat zorgde voor een verbluffend natuurlijk opgemaakt effect. Beweging en onscherpe beelden moesten worden vermeden. Tegenhangers hekelde zijn gebrek aan spontaniteit en illusie, zijn fans prezen hem ervoor.
Hij stond erop dat zijn modellen voor zijn camera stonden zoals ze er in het dagelijks leven uit zagen. De banketbakker in zijn witte schort, de vishandelaar met een vis in de ene hand en een dweil in de ander. Het ging hem om het zo precies mogelijk vastleggen van de personages en de emoties over brengen op het publiek. “Een goede foto is er één die een feit laat zien, dat het hart raakt, dat de kijker verandert. Het is, in één woord, effectief.”
Het feit dat Irving Penn zich minder concentreerde op de modewereld betekende niet dat hij uit Vogue verdween, zijn foto’s van zijn verschillende reizen werden stuk voor stuk gepubliceerd. maar zijn prachtige plaatjes waren niet alleen in Vogue te bewonderen, in 1974 bracht hij zijn eerste boek ‘Worlds in a Small Room’ uit en in 1975 had hij zijn eerste grote expositie in het Museum of Modern Art. Er zouden nog velen boeken en exposities over de hele wereld volgen. Afgelopen september nog opende er een grote expositie in het J. Paul Getty Museum in Los Angelos. En dat zal vast niet de laatste expositie zijn. Ondertussen brengt een naaktportret van Kate Moss al bijna honderdduizend dollar op. Irving Penn zal in leven blijven in musea, salontafelboeken en in studieboeken waarin zijn minimalistische stijl die halverwege de twintigste eeuw voor innovatie zorgde geleerd zal worden aan studenten fotografie en kunstgeschiedenis. Irving mag er zelf dan misschien niet meer zijn, zijn werk is overal.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten